Met het oog op de viering van het Avondmaal komende zondagmorgen in de Plantagekerk heb ik een formulier samengesteld met daarin input van Thomas a Kempis. Hieronder kun je het lezen.
Jezus geeft het avondmaal
Als gemeente van Christus gaan we de dood van Jezus verkondigen en belijden dat zijn dood ons leven is. Jezus zelf heeft ons het avondmaal gegeven. Dat lezen we in het evangelie: Toen ze aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink allen hieruit, dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden. Ik zeg jullie: vanaf vandaag zal ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.’ (Matteüs 26:26-29)
Gods grote liefde
In het avondmaal gedenken wij met dankbaarheid hoe onze Heer Jezus aan het kruis zijn lichaam en bloed voor ons offerde. Dit offer verzekert ons van zijn grote liefde: Want God bewees ons zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. Des te zekerder is het dus dat wij, nu we door zijn dood zijn vrijgesproken, dankzij hem zullen worden gered en niet veroordeeld. (Romeinen 5:8-9)
Redding
Deze redding vieren we als broers en zussen van één huisgezin met dit geestelijke feestmaal. Als we brood eten en wijn drinken is het Christus zelf die ons door zijn heilige Geest voedt en bemoedigt.
Verlangen naar Christus
Het vieren van het Avondmaal versterkt ons ons verlangen naar Christus en naar de innige verbondenheid met hem. De volgende woorden van Thomas a Kempis voeden dit verlangen: Wat een onuitsprekelijke genade! Wat een wonderlijke goedheid! Wat een mateloze liefde, die in het bijzonder aan de mens bewezen wordt. Alleen: wat moet ik de Heer teruggeven voor die genade, voor die zo uitzonderlijke liefde? Niets aangenamers kan ik geven dan dat ik mijn hart geheel aan God schenk en mij innig met hem verenig. Dan zal heel mijn binnenste opgetogen zijn, wanneer mijn ziel volkomen met God verenigd is. Dan zal hij tot mij zeggen: ‘als je bij mij wilt zijn, zal ik bij jou zijn’. En ik zal hem antwoorden: ‘ik wil van harte graag bij u zijn. Dit is al mijn verlangen: dat mijn hart met u verenigd is’. (Navolging, III.13.11-19)
Gebed
Heer, als wij straks brood eten en wijn drinken, wil dan door uw heilige Geest geven dat we uw liefde proeven, dat we iets ervaren van de innige verbondenheid tussen u en ons, dat aangemoedigd worden om uw koninkrijk te zoeken in ons binnenste waar u wilt wonen, drie-enige God, Vader, Zoon en heilige Geest. Kom met uw Geest, Heer, maak ons levend en vul ons met liefde. Uit genade. Amen.
Opwekking
Dit brood en deze wijn zijn tekenen van het lichaam en bloed van de Heer Jezus. Laten wij daarom onze harten richten op hem, onze Heer, hij die koning is in de hemel en tegelijk gastheer aan deze tafel.
Viering
Het brood dat wij breken, is de eenheid met het lichaam van Christus. De beker waarvoor wij God loven, is de eenheid met het bloed van Christus. Eet het brood en drink uit de beker, gedenk en geloof dat onze Heer Jezus Christus zijn lichaam gegeven en zijn bloed vergoten heeft om al onze zonden volkomen te verzoenen.
Geef een reactie