mensen_op_pleinOp de voorpagina van het Nederlands Dagblad van vandaag wordt een pleidooi gevoerd voor een ‘randloze kerk‘. Het pleidooi is van Harmen van Wijnen, programmamanager jeugdwerk in de Protestantse Kerk: ‘Ik deel de mensheid niet meer in als binnen- of buitenkerkelijk’.

Dit lijkt me een heel belangrijk pleidooi. Want er wordt wat afgetobd rond de door ons gevormde ‘randen’ van de kerk. Wanneer hoort iemand er wel bij en wanneer niet? Kan dat wel: gastleden? En aan wat voor voorwaarden moeten die dan voldoen? En moeten we nu vooral aandacht besteden aan mensen die ‘binnen’ zijn (vaak pastoraat genoemd) of aan mensen die ‘buiten’ zijn (als een heuse missionaire gemeente)?

Heel dat denken in ‘binnen’ en ‘buiten’ is bezig zijn betekenis te verliezen. Ik kom ‘binnen’ veel mensen tegen die het gevoel hebben er ‘buiten’ te staan, want hun geloof is vooral een grote zoektocht die weinig verschilt van mensen die toevalligerwijs niet in een kerk zijn groot geworden. En ik kom ‘buiten’ veel mensen tegen die niet passen in kaartenbakjes en andere vakjes van de kerk maar die een bewonderenswaardige wandel met de Heer hebben. Oftewel: ‘binnen’ is ook veel ongeloof, kleingeloof, twijfel en ‘buiten’ is ook veel geloof, oprecht Godzoeken en christen zijn.

De bekende drieslag Boven, Binnen, Buiten die in allerlei variaties de kerkelijke gemeenteopbouwagenda’s beheerst moet daarom haastig worden afgeschaft. De Heer van hemel en aarde heeft gezegd dat we Gód moeten liefhebben en onze nááste. Die naaste is primair méns en niet mens die ‘binnen’ óf ‘buiten’ is.

‘Raak niet in de stress over de mensen in je kaartenbak die niet naar de kerk komen,’ zegt Van Wijnen. En ik voeg eraan toe: ‘Raak ook niet in de stress over de mensen die wel naar de kerk komen en niet in je kaartenbak zitten.’ Want ook daar zie ik vaak stress: op welke manier moet zo iemand ‘lid’ worden om in beeld te kunnen komen? Mag zo iemand wel het avondmaal meevieren? En meer van dat soort vragen.

In de stress raken is sowieso niet zo aanbevelenswaardig. Laat vooral de Geest ons mogen leiden om kerk te zijn waar de mensen zijn. Laat de kerk een ruimte zijn waar mensen ervaren dat ze er geliefd worden door de Heer van hemel en aarde en door zijn volgelingen.

Lees ook: Wat doet een missionair leider?