Lezend in het boek van Mike Breen ‘Een cultuur van discipelschap’ kom ik ook een krachtig pleidooi tegen om uitnodiging (invitation) en uitdaging (challenge) in balans te brengen. Een belangrijk pleidooi!
(Ik zou onder dat pleidooi overigens graag een onderscheid willen leggen dat Dallas Willard in zijn boek ‘Gods geheime plan’ aanreikt. Hij spreekt graag over de overvloed (abundance) en de gehoorzaamheid (obedience) van het koninkrijk. Deze twee kunnen niet zonder elkaar. Het is precies de overvloed die door de Geest gebruikt wordt om Gods kinderen te leiden in gehoorzaamheid. De uitnodiging van Breen moet denk ik nader worden ingevuld door de overvloed van Dallas Willard, en Breens uitdaging heeft de verdieping van Willards gehoorzaamheid nodig.)
Nu biedt het boek ‘Een cultuur van discipelschap’ een mooie matrix die in beeld brengt hoe een bepaalde combinatie van veel/weinig uitnodiging en veel/weinig uitdaging uitwerkt in de kerkelijke praktijk. In die matrix kom ik echter wel een wat irriterende uitdrukking tegen die een belangrijke doelgroep van dit boek (predikanten) niet echt uitnodigt om in zee te gaan met een passie voor een cultuur van discipelschap. Volgens de matrix zijn zij er namelijk schuldig aan als er in een kerk een knusse, uitnodigende en veilige cultuur ontstaat doordat zijn veel uitnodiging en weinig uitdaging bieden. Kijk maar naar de matrix:
Intussen raakt dit een thematiek die natuurlijk niet van elke realiteit gespeend is. Het is voor een predikant makkelijk om in de modus van de uitnodiging te preken, want dat vinden de meeste hoorders buitengewoon prettig. Zodra de preek uitdagend wordt, zal er ook commentaar gaan klinken vanuit de kerkbanken: ‘We moeten weer van alles!’ Die gevoelsmatige reactie kan terecht zijn als de prediker zich in het Stress kwadrant vindt. Maar de reactie kan ook een gevolg zijn van de onwil of gemakzucht die schuil gaat achter een verlangen om alles maar bij het oude te houden en vooral niet te hoogdravende dromen te hebben.
Hoe dan ook: het instrument van de uitnodiging-uitdaging-matrix levert een belangrijke bijdrage aan het doordenken van de eigenschappen van een cultuur van discipelschap.
Discipelen van Jezus zijn kinderen van God die zich graag laten uitdagen tot gehoorzaamheid omdat ze zich geweldig uitgenodigd voelen door de overvloed van Gods koninkrijk op aarde zoals in de hemel.
21/08/2013 op 22:36
Deze matrix staat bekend als de Flow theory van Csikszentmihalyi. Zie http://en.wikipedia.org/wiki/Flow_%28psychology%29 Basis voor Gamification oa.
22/08/2013 op 08:58
Vreemde Nederlandse toevoeging inderdaad.
22/08/2013 op 18:59
2Petrus1:3tm11. Over discipling culture gesproken.. Vr.10: Twee kanten van dezelfde munt.
22/08/2013 op 21:01
Ben voor de tent zowel in dit boek van Breen als in boek van Boele ‘Noordmans, de filosofie en christelijk leiderschap’ aan het lezen geslagen. Wat me opvalt is dat Boele een waarschuwende vinger legt bij het (te makkelijk) overnemen van algemene modellen in de kerk. Heeft me wel aan het denken gezet. Ook wordt kritisch gereageerd op een ‘uitgedaagd christendom’. Dit zou de nadruk te veel op de mens leggen en hem een eigen positie tegenover God geven. Misschien dat Jos in verband hiermee de correctie op theorie van Breen aanbrengt als hij het heeft over de gehoorzaamheid van het koninkrijk?
30/08/2013 op 11:46
Misschien bevindt het Antwoord zich in het midden van de matrix, op het kruis(!) punt…
A la Henri Nouwen over ‘de naaf van het leven’:
“Bidden is je bewegen naar het middelpunt van al wat leeft en liefheeft. Hoe dichter we bij de naaf van het leven komen, hoe dichter we komen bij alles wat van daaruit kracht en energie ontvangt. We worden vaak zo afgeleid door de verscheidenheid van de vele spaken van het leven, dat we wel druk zijn, maar niet werkelijk geïnspireerd, wel overal en nergens, maar niet op het brandpunt gericht. Door onze aandacht te richten op het hart van het leven, raken we verbonden met de rijke verscheidenheid van dat leven, terwijl we toch in het centrum blijven.
Wat is de naaf eigenlijk precies? Ik zie die als het punt waar mijn eigen hart, het hart van God en het hart van de wereld één worden. Als ik bid, daal ik af in de diepte van mijn eigen hart en vind daar het hart van God, die tot mij spreekt over liefde. En juist daar herken ik de plek waar al mijn zusters en broeders met elkaar in gemeenschap zijn. De grote paradox van het geestelijke leven is inderdaad dat het meest persoonlijke het meest universele is, dat het meest intieme het meest gemeenschappelijke is en het meest contemplatieve het meest actieve is. Het wagenwiel toont aan dat de naaf het centrum van alle energie en beweging is, zelfs al lijkt het vaak alsof de naaf helemaal niet beweegt! In God zijn actie en rust één.”