De zomervakantie lonkt al. En tegelijk ben ik ook bezig met de thematiek die in het nieuwe seizoen in mijn werk in de Plantagekerk in Zwolle centraal zal staan: discipelschap. Dat begrip wil ik expliciet gaan gebruiken in de hoop dat het helpt concrete processen op gang te brengen als het gaat om leerling van Jezus zijn in het dagelijks leven en om leerlingen van Jezus maken.
Om focus aan te brengen in de gewenste processen heb ik een definitie van discipelschap ontworpen die ik als uitgangspunt wil nemen voor bezinning én voor concrete activiteiten en ontmoetingen. Die definitie luidt zo (download pdf):
Discipelschap is het leerproces waarin Gods kinderen
geïnspireerd door Gods Woord en geleid door Gods Geest
in de context van hun dagelijkse activiteiten en relaties
in groeiende Christusgelijkvormigheid gehoorzaam zijn aan Gods geboden
en ook anderen uitnodigen om Jezus te volgen.
Dat is een lange zin. En ik geef toe: de zin klinkt redelijk klassiek. Het lijkt wel een antwoord uit een Catechismus. En dat is ook een beetje de bedoeling. Het aandacht vragen voor discipelschap kan overkomen als iets nieuws, dat ook niet zo goed past in de gereformeerde traditie. Dat laatste is denk ik een misvatting. Maar desalniettemin lijkt het me goed om in deze fase aan te sluiten bij waar veel mensen in de kerk zitten. De eerste toelichting (niet uitputtend nu) die hieronder volgt kleurt dat nog wat verder in.
Het gaat om een leerproces. Daarbij is leer een dynamische begrip (anders dan het klinkt in bijvoorbeeld ‘de zuivere leer bewaren’): het gaat om processen waarin mensen leren. Dat betekent dus ook dat allerlei didactische principes gebruikt worden om daadwerkelijke leerprocessen op gang te brengen (zoals de inzichten die ontleend worden aan de leercirkel van Kolb).
Het gaat om het leren door Gods kinderen. Aandacht voor discipelschap kan ook snel de vraag oproepen of discipelen ‘betere christenen’ zijn dan ‘gewone christenen’. Het punt dat de definitie hier maakt is: het gaat o mensen die Gods kinderen zijn. Dat word je niet door een discipelschaps-leerproces maar dat ben je omdat God je heeft geroepen, omdat je in Jezus gelooft en omdat de heilige Geest ons ervan overtuigt (Romeinen 8:15). Je identiteit als kind van God vormt de basis voor het leerling zijn van Jezus.
Het gaat in dit proces om Gods Woord en Gods Geest. De bron van discipelschap is niet dat wij zelf iets willen of iets vinden, maar God die ons door de woorden van de Bijbel aanspreekt en die ons vervult met zijn heilige Geest. Discipelschap vindt altijd plaats in het krachtenveld van Geest en Woord.
Het gaat om een proces dat niet beperkt mag worden tot kerkelijke activiteiten en ontmoetingen, maar dat juist plaats vindt in dagelijkse activiteiten en relaties. Midden in het leven zijn we geroepen om leerlingen van Jezus te zijn. Hier klinkt dus ook al de missionaire component door die eigen is aan discipelschap.
Het gaat om Christusgelijkvormigheid en gehoorzaamheid. Discipelen zijn leerlingen van Jezus die niets liever willen dan steeds meer op hem gaan lijken (2 Korintiërs 3:18). De weg waarlangs dat gebeurt is de weg van de gehoorzaamheid aan Gods geboden. Deze laatste noem ik ook expliciet omdat ik in het najaar een prekenserie hoop te houden over de Tien Geboden als bron van discipelschap. In kerkelijke kringen wil het volgen van Jezus en het zich laten leiden door de heilige Geest nog we eens uitgespeeld worden tegen gehoorzaamheid aan de Tien Geboden. Dat lijkt me ten onrechte. Wel is het uiteraard van belang dat we de Tien Geboden niet tot ons laten komen zonder Christus en alles wat hij ons heeft opgedragen (geboden) om ons aan te houden (Matteüs 28:20).
Het gaat erom dat we door een Christusgelijkvormig en gehoorzaam leven heen erop gericht zijn ook anderen uit te nodigen om Jezus te volgen. Het is inherent aan discipel zijn dat je ook discipelen maakt. Als dat laatste ontbreekt, ontbreekt er iets wezenlijks aan discipelschap. Discipelschap is per definitie missionair: gericht op het delen van het evangelie met mensen om ons heen, heel in het bijzonder met hen die Jezus nog niet kennen.
Nu is zo’n definitie natuurlijk nooit volledig. Er zijn ook andere definities mogelijk en vast ook wel betere. Maar het is tegelijk ook belangrijk om ergens te beginnen. Als ik al meteen iets zou mogen toevoegen dan is dat een zin in deze trant: dit discipelschapsleerproces kan niet zonder discipline die vorm krijgt in commitment (intentionele toewijding) en accountability (aanspreekbaarheid in een gemeenschap). En als ik dan nog iets zou mogen toevoegen, dan zou dat de Bijbelse uitdrukking koninkrijk van God zijn. Want daar gaat het in discipelschap om: dat door Gods kinderen heen Gods koninkrijk zichtbaar en tastbaar en hoorbaar wordt op aarde zodat mensen God gaan eren.
Er zijn dus ook andere definities mogelijk. Ik geef er hier twee door. De eerste komt uit het Eastborne Statement ovr Discipelschap en luidt zo:
Discipelschap als een proces dat plaatsvindt binnen relaties waarin verantwoording wordt afgelegd gedurende een langere periode met als doel de gelovigen tot geestelijke volwassenheid in Christus te brengen.
De tweede definitie (door hem genoemd: proeve van een omschrijving) is geformuleerd door Sake Stoppels:
Een leerling van Jezus Christus is een mens die in de kracht van de heilige Geest en in verbondenheid met (de) kring(en) van andere leerlingen over de volle breedte van zijn of haar leven het verlangen heeft te leren leven in Zijn spoor en zijn leven daadwerkelijk en duurzaam richt op het Rijk Gods zoals Jezus Christus dat belichaamde en verkondigde.’
Tenslotte wil ik hier graag verwijzen naar de blogs die verschijnen op de website van Nederland zoekt, speciaal de recente serie die Remmelt Meijer aan het schrijven is. Kijk hier: nederlandzoekt.nl/blog/
Geef een reactie