Vanmorgen hadden we in de Plantagekerk Zwolle een Kerkmoment. Na het lezen van Psalm 46 heb ik onderstaande overdenking gehouden.

Wat maken we bizarre tijden mee, lieve mensen.

Alles is anders geworden nu het Corona-virus zich ook in Nederland steeds verder verspreidt.

1

En wat doen wij nu?

We luisteren naar een Psalm.

Want dat doen we als kerk: wat er ook aan de hand is, we grijpen naar de Bijbel, en we doen bij voorkeur het Psalmenboek open. Want Psalmen hebben altijd een zegen in zich.

Psalm 46 is tot de rand toe gevuld met vertrouwen.

Dat kun je misschien niet meteen meemaken. Want je voelt je bezorgd, je bent gespannen, je loopt rond met een knoop in je maag, je voelt je opgejaagd door al het nieuws dat steeds maar weer komt. Onrustig. Verward. Onzeker.

Daar zijn de Psalmen ook goed in. Ze verwoorden onze gevoelens die alle kant opgaan. Zinnen van duizenden jaren oud geven woorden aan wat ons nu bezighoudt. De aarde wankelt. De bergen storten in het diepst van de zee. Hoge golven slaan over ons heen. Volken roeren zich. Rijken storten ineen. De aarde siddert. Wereldwijde onrust.

En middenin al die onrust en onzekerheid, zeggen we, terwijl we het misschien niet eens zo voelen, maar we zeggen het toch, om boven onszelf uit te stijgen, om bevrijd te worden uit ons kleine cirkeltje waarin we ons zo gemakkelijk kunnen opsluiten: 

“God is voor ons een veilige schuilplaats, 

een betrouwbare hulp in de nood.”

Zo begint de Psalm.

En twee keer klinkt het refrein:

De HEER van de hemelse machten is met ons,

onze burcht is de God van Jakob.

Ja  – daar klemmen we ons aan vast. Dat blijft gelijk.

Onze burcht is de God van Jezus.

We hebben er ook zoveel behoefte aan om zijn stem te horen. Ik in elk geval wel. Want er klinken zoveel stemmen vandaag. Stemmen die elkaar tegenspreken. Stemmen die angst aanjagen en de ongerustheid doen toenemen. Stemmen die zeggen dat het allemaal wel meevalt en dat we overdreven reageren. Stemmen die iets zeggen over hoeveel mensen er ziek worden en doodgaan. Hoge aantallen worden er genoemd. 

En dan wil ik de stem van Jezus horen die waar maakt wat de Psalm zegt: De HEER van de hemelse machten is met ons,

onze burcht is de God van Jakob.

En ik hoor die stem. Hoor je die stem ook?

Zo klinkt die stem:

“Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde.

En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.”

Hoor je de machtige liefde van Jezus? 

Hoor je zijn verlangen om er ook nu helemaal voor ons te zijn?

2

Eén zin spreekt me speciaal aan in die Psalm 46.

‘Staak de strijd, en erken dat ik God ben’. 

Wordt ook wel zo vertaald:

‘Wees stil en weet dat ik God ben’.

Ja, we worden stilgezet, we hebben het niet in de hand, we zijn niet in control, we kunnen blijven vechten, maar moeten leren loslaten. Hoe moeilijk kan dat zijn!

Maar dit is de tijd om het te leren. De Coronacrisis is ook een blessing in disguise, brengt zegen op een manier die je niet verwacht en die je misschien ook helemaal niet wilt. We worden stilgezet, en als dat maar lang genoeg gebeurt, dan kan ook deze stem echt gaan klinken:

“Wees stil.

En erken dat ik God ben.”

En dat zegt God 

uit alle macht, 

met alle liefde die in hem is.

“Wees stil.

En weet dat ik God ben.”

(…)

3

Wat moeten we doen, lieve mensen, deze dagen, deze weken, de komende maanden, misschien nog wel langer. Wat moeten we doen als gemeente van de Plantagekerk, samen, en ook individueel?

Iemand wees me op iets wat Dietrich Bonhoeffer in 1944 in een brief schreef, in de tijd van de Tweede Wereldoorlog, een crisistijd ook voor de kerk toen. En hoewel de context heel anders is, denk ik dat wat hij schreef ons echt zal helpen.

Dit schreef hij:

“Christen zijn bestaat vandaag uit:

bidden,

het goede doen onder de mensen,

en wachten op Gods tijd.”

Bid: vouw je gewassen handen richt je hart op God. Dat kan met veel woorden en vragen. Maar ook heel kort. Gewoon een zinnetje, bijvoorbeeld: ‘een vaste burcht is onze God. Of: ‘Heer, help ons’. ‘U bent God’.

Doe het goede onder de mensen: dat zit allereerst in de kleine dingen, de kleine gebaren. Paus Franciscus pleitte afgelopen voor ‘het concrete karakter van de kleine dingen’.  Het gaat om ‘de kleine tekens van aandacht voor onze naasten, onze ouders, onze vrienden. En begrijpen dat onze schat in deze kleine zaken verborgen ligt.’ Doe het goede. En begin dichtbij. Thuis. In je gezin. EN voor wie er verder op je weg komt.

Wacht op Gods tijd: ja, we moeten wachten, geduld oefenen, volhouden, en vooral. God God laten zijn, erkennen dat hij God is. God als Vader die voor ons zorgt. God als Zoon die ons redt. Gods als heilige Geest die ons troost en inspireert. 

Lieve mensen,

Wees stil.

En erken dat God God is.