Het pleidooi dat ik in een eerdere blog hield voor focus op een leefregel als lokale kerk, wil ik in deze blog nog wat nader in beeld brengen met behulp van een kort artikel dat Sake Stoppels schreef in 2013, acht jaar geleden dus inmiddels: Hier tekenen graag. Naar een levensregel voor kerken.
Stoppels geeft een korte bespreking van het boek van Jan Wolsheimer waarin gepleit wordt voor het maken van (in plaats van een geloofsbelijdenis) een levensbelijdenis of een levensregel. Waar Wolsheimer vooral insteekt op een persoonlijke levensregel pleit Sake Stoppels voor een gezamenlijke levensregel, geformuleerd door de lokale kerk.
De binding wordt minder
Stoppels verwijst in dit kader naar de afnemende betrokkenheid die hij waarneemt bij veel kerkleden:
De binding wordt vaak minder en ‘de rand’ van de kerk breder. Daar zijn allerlei redenen voor. Een ervan is de drukke agenda. Het leven is vol tegenwoordig en heel gemakkelijk schiet deelname aan kerkelijke activiteiten er bij in. Als we primair denken in termen van ‘meedoen’ is dit een groot probleem. Maar zou het kunnen zijn dat we in onze tijd als het gaat om christen-zijn anders moeten gaan denken? Meer vanuit ‘doen aan’ en minder vanuit ‘meedoen met’?
Deze waarnemingen kunnen nu, nu we bezig zijn terug te keren vanuit een bijzondere periode voor het kerkelijke leven vanuit de coronacrisis, nog aangevuld worden met het gegeven dat die coronacrisis ervoor heeft gezorgd dat het een tijdlang veel moeilijker was om mee te doen aan gezamenlijke kerkelijke activiteiten, dat velen die activiteiten ook ontwend zijn geraakt en nu nog slechter voorgesorteerd staan om weer mee te gaan doen. Dat heeft natuurlijk een problematische kant (hoe houd je het gemeentelevn gaande c.q. krijg je het weer op gang) maar biedt ook kansen om het over een andere boeg te gooien.
Over een andere boeg
Stoppels pleit dus voor een andere focus: verleg het accent ván kerkelijke activiteiten náár een manier van leven.
De nadruk komt dan immers te liggen op een ‘geregeld’ bestaan. Een leefregel wordt het kompas voor alle levenssferen. Houding komt voor kerkelijke activiteit. Discipelschap staat voorop en niet lidmaatschap. We kunnen ons concentreren op het leven van alle dag, want juist daarop is discipelschap ook gericht.
Stoppels noemt vervolgens vier redenen waarom het waardevol is om met een leefregel aan het werk te gaan.
- Dat geeft inhoudelijke verdieping omdat een kerk zo gedwongen wordt om kernelementen te formuleren die ze als wezenlijk ziet
voor haar functioneren en voor de plek van individuele leden daarbinnen. - De aandacht verschuift van activiteit naar houding. Ook dat is inhoudelijke winst. Niet kerklidmaatschap is leidend, maar discipelschap. Niet de activiteiten waaraan gemeenteleden al dan niet meedoen staan centraal, maar de vraag hoe we dagelijks als christen kunnne leven.
- Er ontstaat een helder profiel naar buiten. Het wordt duidelijk wat de gemeente verwacht van (nieuwe) leden. Duidelijke verwachtingen zijn aantrekkelijk voor mensen. Ze trekken aan én stoten af. Waar niets hoeft, komt ook weinig op gang. Waar iets wordt verwacht, ontstaat dynamiek en groei.
- Een leefregel stelt de gemeente ook in staat om het eigen functioneren te evalueren. Zijn we de gemeenschap die we zeggen te zijn? En hoe zien de dingen die daarbij horen om te doen er dan concreet uit?
Wat je aandacht geeft groeit
Ik zou aan bovenstaande redenen nog wat willen toevoegen. Het gevaar in kerken is altijd weer aanwezig dat alle aandacht uitgaat naar de kerkdiensten én naar de wensen die er leven rond de kerkdiensten waarvan iedereen inmiddels kan weten dat ze zeer uiteenlopend en vaak onverenigbaar zijn. En toch gaat daar steeds opnieuw heel veel aandacht naar uit.
Laat die aandacht daarom naar iets anders gaan. Creëer een bedding om die aandacht een andere richting te geven. Niet de vraag ‘Wat vond jij van de kerkdienst?’ is helpend voor kerk zijn en christen zijn, maar de vraag ‘Hoe geef jij in je dagelijkse leven concreet vorm en inhoud aan je leerling van Jezus zijn?’
Het creëren van een leefregel (gezamenlijk, maar zeker ook persoonlijk) helpt om die laatste vraag tastbaar te maken. Want een leefregel betekent dat je opgeschreven hebt welke praktijken, ritmes en waarden in jouw leven belangrijk zijn als het gaat om open te blijven voor Gods aanwezigheid, om je te laten leiden door Gods Geest en om te groeien in Christusgelijkvormigheid.
Direct beginnen
En het mooie is: je kunt er direct mee beginnen! Want je hoeft niet meteen een volledige en alle aspecten van je leven rakende regel te formuleren. Zo’n leefregel maken kost best veel tijd want er is bezinning en gebed voor nodig en ook een groeiend verlangen om deze richting in te gaan.
Aan de andere kant: ongetwijfeld zijn er nu al ritmes, praktijken en waarden die een plek hebben in jouw leven, maar misschien niet heel doelbewust en expliciet, om open te blijven voor Gods aanwezigheid.
Het moet niet, het helpt
Elke leefregel bestaat uit meerdere elementen om dagelijks, wekelijks, maandelijks of jaarlijks toe te passen. Niet als iets wat móet – van jezelf of van een ander – maar als iets waarvan je weet: dit helpt, en daarom kies ik ervoor.
Als je nu één zo’n element eens expliciet maakt en zelfs voor jezelf opschrijft, ben je al bezig met het creëren van een leefregel. Eén praktijk om op dagelijkse basis toe te passen (een bijbelvers lezen, het Onze Vader bidden, God danken voor wat hij geeft) of één waarde om vanuit te leven (ieder mens is kostbaar, Gods scheping is het waard om er goed voor te zorgen, als iemand om help vraagt zal ik helpen) – het is al een aanzet tot een persoonlijke leefregel.
En als je daar samen mee aan de slag gaat, als je met anderen afspreekt ‘zullen wij dagelijks dit of dat doen en elkaar daarin steunen en bemoedigen?’ – dan ben je al bezig om te bouwen aan een gezamenlijke leefregel.
Werkt het?
Je kunt natuurlijk ook nieuwe elementen bedenken die een plek krijgen in je persoonlijke of gezamenlijke regel en daar eerst eens een tijdje mee oefenen om te kijken of het ‘werkt’. Want dat is belangrijk: een leefregel is niet een opgelegd keurslijf van ‘zo hoort het’ (‘elke dag een hoofdstuk lezen uit de bijbel!’) want niet elke praktijk, niet elke ritsme niet elke waarde past bij jou. We zijn allemaal unieke mensen, met unieke manieren van in het leven staan en niet elke geestelijke oefening zal in ieders leven even veel vrucht dragen.
Voorbeeld: Eerst dit
Een voorbeeld van een praktijk waarvan ik zou wensen dat die onderdeel uitmaakt van mijn persoonlijke leefregel en ook van een gezamenlijke leefregel ben ik op dit moment aan het uitproberen en wil ik komende zondag ook aanreiken als voorbeeld als het in de dienst in de Plantegekerk over deze thematiek gaat.
De afgelopen twee weken pas ik deze praktijk samen met één ander toe die ik gevraagd heb mee te doen. Ik geef een omschrijving waarbij ik alvast ervan uitgaan dat er meer dan twee mensen bij betrokken zijn.
- Omdat ik dagelijks open wil staan voor Gods aanwezigheid en spreken in mijn leven kies ik ervoor elke werkdag te luisteren naar de Bijbelpodcast ‘Eerst dit’. Ik doe dat op een moment van de dag waarop dat het beste past.
- Tijdens het beluisteren van de de podcast stel ik mezelf de vraag: welk ene woord, welke ene zin, welke ene gedachte treft me speciaal?
- Mijn antwoord op die vraag deel ik in de whatsappgroep die speciaal voor dit doel is gemaakt en ook alleen voor dit doel wordt gebruikt. Dat antwoord houd ik kort, ik geef geen toelichting en ik reageer in de appgroep ook niet op de antwoorden van anderen.
- Ik proef en beluister de antwoorden die anderen in de loop van de dag geven en probeer te ontdekken wat de Geest door die antwoorden heen aan mij wil duidelijk maken.
- Ik doe dit voor een periode van vijf weken. Daarna evalueer ik of dit een passende spirituele praktijk is om blijvend deel uit te maken van mijn persoonlijke leefregel.
In een volgende blog licht ik deze opzet wat uitgebreider toe.
1 Pingback