In twee blogs (blog 1 en blog 2) heb ik er voor gepleit dat kerken zich de komende tijd niet gaan concentreren op kerkelijke activiteiten, maar om de focus te leggen op het samen creëren (en leven) van een leefregel.
Wat is een leefregel?
Een leefregel is een schema, een set van praktijken en relationele ritmes die ons helpen om ruimte te scheppen in onze drukke wereld om met Jezus te zijn, om als Jezus te worden en om te doen wat Jezus deed – het leven leven in al zijn volheid (Johannes 10:10) in zijn koninkrijk, en in overeenstemming met onze diepste passies en prioriteiten.
Iets eenvoudiger geformuleerd: een leefregel geeft antwoord op de vraag hoe ik (samen met anderen) praktisch vorm geef aan mijn verlangen om dagelijks open te blijven voor Gods aanwezigheid in mijn leven. Dat antwoord bestaat dan uit een verzameling van praktijken, waarden en ritmes die ik heel concreet kan toepassen in mijn dagelijkse leven.
Uppie en cluppie
Gisteren sprak ik hier met iemand over en die voegde toe: het is heel belangrijk dat hierin het element van de accountablity (aanspreekbaarheid) niet wordt overgeslagen. Een leefregel vooronderstelt eigenlijk per definitie gezamenlijkheid: we zijn samen leerlingen en volgelingen van Jezus.
En dat is helemaal waar: hoezeer een leefregel ook een persoonlijke zaak is, individueel kan het niet zijn. Het gaat hier om een goede verbinding tussen ‘alleen’ en ‘samen’, tussen ‘in je uppie’ en ‘met je cluppie’.
Leven in de Geest van Jezus
Zo’n leefregel kan eindeloos veel vormen aannemen. Dus ik pleit beslist niet voor één leefregel voor alle kerken of voor een hele kerk. Mij gaat het er meer om dat het concept ‘leefregel’ buitengewoon behulpzaam en vruchtbaar is als het gaat om de vraag: hoe helpen we elkaar nu concreet om in ons dagelijkse leven Jezus te blijven volgen en om in de Geest van Jezus te leven?
Een Bijbelpodcast in je leefregel
In de vorige blogpost reikte ik al een voorbeeld aan van een praktijk zoals die deel uit zou kunnen maken van een leefregel. Deze voorbeeld-praktijk ís dus geen leefregel, maar een onderdeel ervan. Een leefregel zal altijd bestaan uit meerdere elementen. Dit zou dus één zo’n element kunnen zijn.
Deze omschrijving gaf ik al en zal ik hierna verder toelichten:
- Omdat ik dagelijks open wil staan voor Gods aanwezigheid en spreken in mijn leven kies ik ervoor elke werkdag te luisteren naar de Bijbelpodcast ‘Eerst dit’. Ik doe dat op een moment van de dag waarop dat het beste past.
- Tijdens het beluisteren van de de podcast stel ik mezelf de vraag: welk ene woord, welke ene zin, welke ene gedachte treft me speciaal?
- Mijn antwoord op die vraag deel ik in de whatsappgroep die speciaal voor dit doel is gemaakt en ook alleen voor dit doel wordt gebruikt. Dat antwoord houd ik kort, ik geef geen toelichting en ik reageer in de appgroep ook niet op de antwoorden van anderen.
- Ik proef en beluister de antwoorden die anderen in de loop van de dag geven en probeer te ontdekken wat de Geest door die antwoorden heen aan mij wil duidelijk maken.
- Ik doe dit voor een periode van vijf weken. Daarna evalueer ik of dit een passende spirituele praktijk is om blijvend deel uit te maken van mijn persoonlijke leefregel.
Toelichting
Ad 1.
- Als eerste staat het ‘waarom’ van deze praktijk geformuleerd. Want het is uiteraard een heel voor de hand liggend gevaar dat zo’n praktijk tot een moralistische, wettische norm wordt. Dat is niet de bedoeling. Er moet hier niets. Maar de ervaring leert dat het formuleren van en zich verbinden aan geregelde spirituele praktijken helpend is. Het moet niet, het helpt. Waarvoor helpt het? Hiervoor: open (blijven) staan voor Gods aanwezigheid en spreken in je leven.
- Elke werkdag: een ritme dus. Dagelijks. Niet op zaterdag en zondag. De reden is in dit voorbeeld heel eenvoudig: ‘Eerst dit’ heeft alleen op werkdagen een Bijbelpodcast. Je kunt uiteraard ook andere podcasts kiezen die wel zeven dagen in de week beschikbaar komen. Twee voorbeelden: Tijd met Jezus, DagVers.
- Het is aan jouzelf welk moment van de dag je kiest. Natuurlijk is het mooi om de dag te beginnen met zo’n online Bijbelmoment. Maar het kan ook onderweg op de fiets of in de auto of in de trein. Of als je wandelt. Of tijdens het eten koken. Het is handig om een vast moment te hebben.
Ad 2.
- De kern van deze praktijk is uiteraard het beluisteren van de podcast met een Bijbellezing (korter of langer) en een overdenking (korter of langer).
- Om te voorkomen dat je alleen consumptief luistert (en daardoor misschien ook gedachteloos) is het zinvol om actief een vraag mee te nemen tijdens het luisteren: Welk ene woord, welke ene zin, welke ene gedachte treft je speciaal? Dat is een uitnodiging om aandachtig te luisteren en na afloop ook nog een reflectiemoment te hebben rond deze vraag.
Ad. 3
- Hier komt de gezamenlijkheid in beeld en ook de aanspreekbaarheid. Want het is de bedoeling dat je dit samen met anderen doet door een whatsappgroep te hebben die alleen bestemd is om het antwoord op de gestelde vraag te delen. Dit helpt om elkaar aan te moedigen dit ook daadwerkelijk dagelijks te doen.
- ‘Dat antwoord houd ik kort, ik geef geen toelichting en ik reageer in de appgroep ook niet op de antwoorden van anderen.’ – Dit heeft als doel om deze praktijk ook ‘klein’ te houden en om het niet te zoeken in een veelheid van woorden. Een veelheid van woorden is vaak vermoeiend.
- Op elkaar gaan reageren roept daarnaast een soort van verplicht gevoel op om ook iets zinvols te zeggen (zinvoller nog dan wat een ander geschreven heeft). En in een groep zit vast ook al snel iemand die graag en veel schrijft in de appgroep, en dat moet dan allemaal gelezen worden. Niet doen dus! Houd het kort en daarmee behapbaar. (Uiteraard kunnen hier ook andere keuzes gemaakt worden, maar zo stel ik me nu deze praktijk even voor.)
Ad 4.
- Het lezen van de (korte) antwoorden die anderen in de appgroep geven in de loop van de dag is vervolgens wel weer een heel mooi aanknopingspunt om daar bij stil te staan en te ontdekken wat anderen vooral heeft aangesproken of geraakt.
- Daarbij kun je ook de vraag stellen: ‘Wat zou de Geest hierdoor aan mij duidelijk willen maken? Wat leer ik hiervan?’
Ad 5.
- Er wordt ook een periode genoemd: vijf weken. Dat kan natuurlijk ook korter of langer zijn. Maar het is vooral de bedoeling om duidelijk te maken dat een leefregel ook een flexibel en aanpasbaar gebeuren is. Je spreekt geen regels en praktijken af die de eeuwigheid hoeven te verduren. Het gaat er om wat werkbaar en haalbaar is. Daarbij mag je natuurlijk best uitgedaagd worden, maar het is niet zinvol om van jezelf iets te vragen waarvan je weet dat je het niet vol zult houden.
- Een periode van bijvoorbeeld vijf weken is overzienbaar: lang genoeg om te ontdekken wat het is en hoe het gaat, kort genoeg om vol te kunnen houden.
- Aan het einde van de periode kun je samen met anderen de vraag stellen of deze praktijk het waard is om vol te blijven houden, of dat het goed is deze weer los te laten en voor iets anders te kiezen. Want de praktijken en vormen zelf zijn uiteraard nooit heilig. Wat wel heilig is: de intentie waarmee je kiest voor praktijken en ritmes. En die intentie is: concreet vorm geven aan je verlangen om open te blijven staan voor Gods aanwezigheid in je leven, ruimte te scheppen voor het werk van de Geest, stappen te zetten waarvan je weet dat ze passen bij de navolging van Jezus.
Concreet
Ik hoop dat dit voorbeeld iets zichtbaar maakt van hoe een onderdeel van een leefregel er concreet uit kan zien. Er is nog veel meer over te zeggen en te ontdekken. Dat bewaar ik nu even voor een later moment.
Geef een reactie