Preek over Johannes 14:18, zondag 21 mei 2023

Het is niet zo heel bekend, maar deze zondag heeft een naam. De zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren heet Wezenzondag. 

Want hemelvaart kan voor ons gevoel betekenen: Jezus is er niet meer. En het duurt nog even voor het Pinksteren is. We voelen ons wat alleen gelaten. Dat gevoel van eenzaamheid heeft de christelijke kerk in haar lange traditie recht willen doen door deze zondag Wezenzondag te noemen, geïnspireerd door de woorden van Jezus die Johannes heeft gehoord en opgeschreven in Johannes 14:18: “Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug.”

Wezen. Dat zijn kinderen zonder vader en moeder. En ons hart breekt als we denken aan kinderen die door de oorlog wees zijn geworden. Moederziel alleen. Geen vader meer. Helemaal alleen. Als je je verweesd voelt voel je je alleen, verlaten en onthech. Het kan gepaard gaan met intense gevoelens van verdriet, eenzaamheid, verlatenheid en het gemis van iemand die dierbaar was.

We kennen dat allemaal wel in meerdere of mindere mate. En daarom kunnen we ons ook wel inleven in de leerlingen van Jezus. Jezus had net tegen zijn leerlingen gezegd: “Ik ga immers naar de Vader.” Het was steeds duidelijker aan het worden: dat Jezus er niet lang meer zou zijn. Johannes 14 tot 17 wordt ook wel de afscheidstoespraak van Jezus genoemd. Hij is heel lang in gesprek met zijn leerlingen, want straks is Hij er niet meer. Dat voelen de leerlingen, het dringt steeds meer tot ze door. En Jezus voelt ook wat dat voor hen betekent. Hij troost hen door te zeggen: “Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug.”

Maar ja, hoe ziet dat er dan uit? Voor zijn leerlingen? Maar ook voor ons? Dat is de grote vraag die we op deze zondag aan de orde stellen. Jezus is niet meer fysiek bij ons. Hij was maar 33 jaren op aarde. Intussen is hij al bijna 2000 jaar op een andere manier bij ons.

“Ik kom bij jullie terug.” Of: “Ik kom weer naar jullie toe!” Dit is geen afscheid maar een nieuw begin.

Het is mooi, Jorine, dat je moeder voor jou een belijdenistekst heeft uitgekozen die ook bij Johannes vandaan komt. Uit 1 Johannes 4. Dat wordt straks wel verder duidelijk. Maar wat Johannes daar schrijft – veel later als hij al een stuk ouder is – zal ons helpen bij de vraag die vandaag stellen. 

En we kwamen daar ook al tegen: “Niemand heeft ooit God gezien.” Zeker de leerlingen hebben Jezus gezien. Maar dat was na zijn hemelvaart dus wel voorbij. En het is dan best een belangrijke vraag en herkenbare: Wat moet je met iemand die er helemaal niet is? Die je niet kunt zien, die je niet kunt aanraken, die je niet kunt vastpakken. Want zo is dat met God en ook met Jezus. Hij is hier niet. Tenminste niet op de fysieke manier waarop je ouders, of vrienden, of broers en zussen, of je kinderen er wel zijn.

Ik denk dat deze zondag er is om samen iets te ontdekken van hoe die aanwezigheid er dan wel uitziet als die niet fysiek is. Hoe is Jezus dan bij ons? Waaraan merk je dat? Hoe kun je je verbinden met die aanwezigheid?

We gaan drie stappen zetten.

Stap 1. In Johannes 14 luisteren we dus naar woorden die Jezus eens gesproken heeft. Maar die steeds opnieuw tot klinken komen als je ze opnieuw leest en hoort in het vertrouwen dat zijn stem er altijd is. Jezus is weg, maar zijn woorden zijn gebleven.

Ik moet denken aan het moment dat heel veel mensen bij Jezus weglopen (dat kun je lezen in Johannes 6). Ze willen zijn boodschap niet horen. Hij zegt: “Ik ben het brood dat leven geeft! Jullie kunnen niet zonder Mij.” Dat gaat velen veel te ver, en ze vertrekken. En dan vraagt Jezus aan zijn leerlingen: Willen jullie soms ook weggaan? En dan zegt Petrus namens de andere leerlingen: “Heer, naar wie zouden we moeten gaan? U spreekt woorden die eeuwig leven geven.”

Woorden die eeuwig leven geven: dat geldt dus ook voor die woorden waar we nu speciaal naar luisteren: “Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug.”

Hoe komt Jezus dan terug? Oftewel: hoe is Hij dan bij ons. En dan is het goed om te zien dat Jezus direct hiervoor sprak over de heilige Geest. Luister wat Jezus zegt: “Ik zal de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de waarheid. De wereld kan Hem niet ontvangen, want ze ziet Hem niet en kent Hem niet. Jullie kennen Hem wel, want Hij blijft bij jullie en zal in jullie zijn.”

Hij is bíj jullie én Hij is ín jullie. Jezus maakt hier iets duidelijk wat Hij straks in Johannes 15 met behulp van het beeld van de wijnstok zal duidelijk maken. Namelijk dat er een veel intiemere en diepere verbinding zal komen die veel meer van binnen zit. De Geest maakt intieme verbondenheid mogelijk die er zo nog niet kon zijn met Jezus naast je. 

Dat is dus wel echt iets belangrijks voor christen zijn – dat je gelooft dat er een innerlijke werkelijkheid is, een die je niet kunt zien met je fysieke ogen, zoals we Jezus nu ook niet meer met fysieke ogen kunnen zien.

We hebben er innerlijke of geestelijke ogen voor nodig. Paulus zegt ergens (Efeziërs 1:18): “Moge uw hart verlicht worden, zodat u zult zien waarop u hopen mag”. Daar gaat het letterlijk over “de verlichte ogen van ons hart”. Dat doet de Geest, van binnen, licht in de ogen van je hart brengen zodat je Jezus ziet.

Ik geef toe, het lijkt soms wel geheimtaal. Het is een taal van heel innige en intieme verbondenheid. Luister nog maar een keer naar woorden van Jezus, woorden dus die eeuwig leven geven: “Dan – als de Geest de ogen van je hart heeft verlicht – zul je begrijpen dat Ik in mijn Vader ben, dat jullie in Mij zijn en dat Ik in jullie ben.”

“Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug.” Niet verweesd en eenzaam en alleen, maar met Christus in ons door de Geest. 

Dat is wat je zou kunnen noemen het geheim van het christelijk geloof, van leven met God: dat Christus in jou is. In jou dus! En in je mede-gelovige, in je naaste. 

Geloven in God is: steeds op zoek gaan naar Christus in jezelf en Christus in de ander. 

2

Stap 2. We gaan nu verder met 1 Johannes 4. Wat leren we daar over het leven met een God die we niet kunnen zien, met een Jezus die voor ons nu niet meer fysiek tastbaar is?

In 1 Johannes 4:12 zegt Johannes: “Niemand heeft God ooit gezien. Maar (en dan komt het dus…) als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons tot volmaaktheid gekomen.” Johannes wijst de weg van de liefde. Hoe is Jezus bij ons? In de liefde, de alomtegenwoordige liefde.

Dat was voor de oude Johannes heel erg belangrijk. Er wordt over de hoogbejaarde Johannes een bijna vertederende legende verteld door Hiëronymus (begin 5e eeuw): “Johannes woonde tot op hoge leeftijd in Efeze. Tenslotte moesten zijn leerlingen hem in hun armen naar de kerk dragen. Praten deed hij haast niet meer; alleen prevelde hij bij elke stap de woorden voor zich uit: “Kinderen heb elkaar lief.” Zij verbaasden zich erover dat hij die woorden zo vaak herhaalde. Maar hij antwoordde: “Dat is het gebod van de Heer. Wie zich daaraan houdt, zit goed.””

Johannes was heel dichtbij Jezus geweest. Hij was zijn lievelingsleerling. Hij heeft van heel dichtbij het hart van Jezus geproefd. Daar was altijd liefde. Zo kan juist ook Johannes zeggen: “God is liefde.” Dat heeft Hij intens ervaren toen hij met Jezus optrok. En hij gunt ook ons die ervaring. Hij schrijft: “Dat wij in Hem blijven en Hij in ons, weten we doordat Hij ons heeft laten delen in zijn Geest.” Opnieuw: de Geest. De Geest brengt de liefde van Jezus in ons hart. 

En de woorden die jij, Jorine, meekrijgt, laten zien hoe dat gebeurt: “Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en blijft hij in God.” Dat is vers 15. En Johannes gaat meteen door en zegt: “Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem.”

God in ons. De Geest in ons. Jezus in ons. Hoe is Jezus bij ons? Door zijn liefde die in ons is. En aan ons allemaal de uitnodiging om vandaag – ook al is Jezus fysiek afwezig – te belijden dat Jezus de Zoon van God is en dus een en al liefde. Want God is liefde. En dus is ook de Zoon van God liefde.

3

Jorine gaat dat straks doen door haar ja-woord te geven. Maar, en dat is Stap 3 we krijgen vandaag allemaal de uitnodiging om ons geloof in Jezus te belijden door het Avondmaal te vieren.

Jezus is niet fysiek bij ons. Hij is er wel in de Liefde, in de Geest. En het Avondmaal maakt het dan toch weer een beetje fysiek. Want dat eenvoudige stukje brood, dat kleine slokje druivensap – ze staan voor Jezus die in ons wil komen, die al in ons is zelfs.

Want daar gaat ook het Avondmaal over. We vieren daar om het wat ouderwets te zeggen: de gemeenschap met Christus. Dat we een zijn met Christus. Dat Hij in ons is en wij in Hem.  

Misschien vind je het lastig om dat te voelen of te ervaren. Maar dan wil ik je toch vragen om te geloven dat dit is hoe Jezus je wil laten merken dat Hij er helemaal voor je is. Sterker nog: dat zijn Geest in je is. Dat Hij alles voor je heeft gedaan en doet en zal doen. 

Ik hoop dat het lied dat we nu gaan zingen ons daar ook bij helpt. Een lied waarin we Jezus aanbidden. “Waar U verschijnt wordt alles nieuw. Want U bevrijdt en geeft leven…”