eenjaarVanmiddag was ik bij de debatmiddag in de Theologische Universiteit in Kampen die gewijd was aan het boek van Stefan Paas: Vreemdelingen en priesters. Christelijke missie in een postchristelijke samenleving. Het is een prachtig boek, een must-read voor iedereen die betrokken is bij de kerk van Jezus Christus en bij de missie van die kerk (maar dat laatste is eigenlijk een overbodige toevoeging, want de kerk is inherent missionair).

Don’t fix the church

Er gebeurt uiteraard veel zo’n middag (van 14.00-16.00 uur). De stelling van Stefan was dat we als kerk in Europa leven in een tijd waarin de formele structuur en de vanzelfsprekende aanwezigheid van de kerk fundamenteel zijn afgebrokkeld en dat er dus iets fundamenteels is veranderd dat om bezinning vraagt. En dat gaat verder dan: ‘fix the church’.

Zelf houd ik van deze middag vooral dit vast: dat het ongelooflijk belangrijk is dat we als kerk de kern bewaren én dat we paden uitzetten naar die kern toe. En met die kern wordt dan zoveel bedoeld als: het goede nieuws van Jezus, het Woord van God dat telkens opnieuw als nieuw tot klinken moet worden gebracht, het vieren en verbreiden van de onvergelijkelijke barmhartigheid van God.

De wil van Jezus

Met dat laatst – de onvergelijkelijke barmhartigheid van God – schrijf ik al een beetje toe naar de bijdrage van de enige Katholieke spreker die in ons midden was: Jeroen Smith pr. van  Stichting Katholiek Alpha Centrum. Die bijdrage bestond allereerst uit twee korte toespraken waarin met name zijn aandacht voor de noodzaak van het onderscheiden van de geesten opviel evenals zijn opmerking dat we vooral niet moeten vergeten (en dat was ook wel wat geadresseerd aan Stefan Paas) te zoeken naar wat ‘de wil van Jezus’ is, ook als het gaat om hoe we vandaag kerk moeten zijn. Want we kunnen prachtige boeken schrijven en debatmiddagen houden over de vraag hoe het verder moet met de kerk  in een postchristelijke omgeving, maar uiteindelijk telt wat de wil van Jezus is. Wat vraagt hij?

Maar er kwam ook nog een bijdrage in een andere vorm: Jeroen Smith bood Stefan Paas onaangekondigd een boekje aan dat net verschenen was: ‘Een Jaar van Gods Barmhartigheid. 365 teksten uit de Traditie van de Kerk‘. Een boekje dus dat inspiratie wil bieden voor het door Franciscus afgekondigde Bijzondere Jubeljaar van Gods Barmhartigheid, waar Franciscus zo’n prachtige tekst over heeft geschreven: Misericordiae Vultus (het gelaat van de barmhartigheid).

Een Jaar van Gods Barmhartigheid

Na afloop bewonderde ik dat boekje even. Dat zag Jeroen Smith en hij bood ook mij zomaar een exemplaar aan, waarvoor ik hem zeer dankbaar ben! Een boekje vol met inspirerende teksten om het Jaar van Gods Barmhartigheid inhoud te geven.

Is dát niet de kern waarover het moet gaan? Want het klinkt nog wat te formeel als we zeggen: we moeten als kerk de kern bewaken en paden daar naartoe aanleggen. Wat is die kern? Is dat niet de Barmhartigheid Gods? Lees wat Franciscus schrijft:

Voor ons is het nodig voortdurend het mysterie van de barmhartigheid te overwegen. Het is een bron van vreugde, gemoedsrust en vrede. Het is de voorwaarde voor ons heil. Barmhartigheid: het is het woord dat het mysterie van de allerheiligste Drie-eenheid openbaart. Barmhartigheid: het is de uiterste en hoogste daad waarmee God ons tegemoet komt. Barmhartigheid: het is de fundamentele wet die woont in het hart van iedere persoon, wanneer hij met oprechte ogen kijkt naar de broeder en zuster die hij ontmoet op zijn levensweg. Barmhartigheid: het is de weg die God en mens verenigt, omdat zij het hart opent voor de hoop voor altijd bemind te zijn ondanks de beperking door onze zonde.

De kern bewaren betekent: Gods barmhartigheid vieren en verbreiden. Paden aanleggen naar de kern betekent: Gods barmhartigheid uitleven in betekenisvolle relaties met mensen die op onze weg komen.

Het mysterie voor protestanten

Het zou wel eens heel goed kunnen zijn om als protestanten – vaak toch wat doeneriger en activistischer op het gebied van missionair zijn – om aan te sluiten bij dat Katholieke Jubeljaar van Gods Barmhartigheid. Want – en dat kon wel eens buitengewoon missionair zijn:

Voor ons is het nodig voortdurend het mysterie van de barmhartigheid te overwegen.